EN Engels wooordenboek: catch
catch heeft 174 vertalingen in 13 talen
vertaling van catch
- aangaan
- besmet worden met (v) [medicine]
- krijgen (v) [disease]
- oplopen (v) [disease]
- vatten (v) [disease]
- opdoen (v) [disease]
- opbrengst (n) [quantity] {f}
- pakken (v) [objects]
- vangst (n) [quantity] {f}
- buit (n) [quantity] {m}
- opvangen (v) [objects]
- betrappen (v) [crime]
- grijpen (v) [crime]
- vangen (v) [animals, crime, objects] {n}
- haak (n v) [a clasp which stops something from opening] {m}
- in een net vangen (v) [animals]
- omstrikken (v) [animals]
- aanflitsen
- aanfloepen
EN ES Spaans 8 vertalingen
EN FR Frans 9 vertalingen
- saisir (v) [objects]
- contracter (v) [disease, medicine]
- être atteint de (v) [medicine]
- attraper (v) [crime, disease, objects]
- butin (n) [quantity] {m}
- prise (n) [quantity] {f}
- coup de filet (n) [quantity] {m}
- surprendre (v) [crime]
- prendre dans un filet (v) [animals]
EN IT Italiaans 16 vertalingen
- prendere (v) [crime, disease, medicine, objects, animals]
- contrarre (v) [disease, medicine]
- afferrare (v) [objects]
- fermo
- fermaglio (n v) [a clasp which stops something from opening] {m}
- bottino (n) [quantity] {m}
- retata (n) [quantity] {f}
- guadagno (n) [quantity] {m}
- profitto (n) [quantity] {m}
- cogliere
- acchiappare (v) [crime, objects]
- acciuffare (v) [crime]
- gancio {m}
- irretire (v) [animals]
- accalappiare (v) [animals]
- fermaglio di sicurezza (n v) [a clasp which stops something from opening] (n v)
EN PT Portugees 13 vertalingen
- pegar (v) [disease, medicine, objects, crime]
- apanhar (v) [crime, disease]
- contrair (v) [disease, medicine]
- agarrar (v) [objects]
- espólio (n) [quantity] {m}
- ganho (n) [quantity] {m}
- tranca (n v) [a clasp which stops something from opening] {f}
- enredar (v) [animals]
- emaranhar (v) [animals]
- prender na rede (v) [animals]
- fecho (n v) [a clasp which stops something from opening] {m}
- prendedor
- tranqueta (n v) [a clasp which stops something from opening] (n v)
EN DE Duits 50 vertalingen
- reißen (v)
- packen (v) [objects] (sich)
- fangen (v) [crime]
- verfangen (v) [animals]
- verstricken (v) [animals]
- einfangen
- auffangen
- holen
- anstecken (sich)
- bekommen
- kriegen (v)
- verstehen
- zuziehen (sich)
- Haken (v) {m}
- angesteckt werden durch (v) [medicine]
- sich anstecken mit (v) [medicine]
- sich infizieren mit (v) [medicine]
- Beute (n) [quantity] {f}
- ertappen (v) [crime]
- erwischen (v) [crime]
- fassen (v) [objects]
- Fang (n) [quantity] {m}
- Schnapper
- Verriegelungshebel
- Halter {m}
- erfassen
- Riegel {m}
- einrasten
- Klinke (f)
- Verschluss {m}
- ineinandergreifen
- Arretierung
- Schnäpper {m}
- Fangen
- Sperrklinke
- kapieren
- erbeuten
- sich zuziehen (v) [disease]
- sich anstecken (v) [disease]
- sich holen (v) [disease]
- grapschen (v)
- Kriegen (n) {n}
- Arretierhebel
- Fangmenge
- Selbsthaltung
- Sperrstift
- (closing function) Haken
- anstecken (sich)
- holen (sich)
- zuziehen (sich)
EN SV Zweeds 15 vertalingen
- bli smittad av (v) [medicine]
- få (v) [disease]
- ådra sig (v) [disease]
- fatta
- byte (n) [quantity] {n}
- fångst (n) [quantity] (u)
- gripa (v) [crime]
- fånga (v) [crime, objects]
- hinna (u)
- hake (n v) [a clasp which stops something from opening] (u)
- hasp (n v) [a clasp which stops something from opening] (u)
- snärja in (v) [animals]
- fånga i nät (v) [animals]
- ertappa
- fasttaga
EN CS Tsjechisch 28 vertalingen