NL Nederlands wooordenboek: vervelen
vervelen heeft 86 vertalingen in 13 talen
vertaling van vervelen
NL ES Spaans 8 vertalingen
- aburrir (v) [geestelijke gewaarwording, to inspire boredom]
- irritar (v) [ergeren]
- molestar (v) [ergeren]
- agravar (v) [ergeren]
- exasperar (v) [ergeren]
- mortificar (n v) [bother or vex; to mortify]
- empalagar (v) [afschuw]
- hartarse de (v) [afschuw]
NL FR Frans 8 vertalingen
NL DE Duits 10 vertalingen
- belästigen (v) [ergeren]
- stören (n v) [bother or vex; to mortify]
- anöden (v) [geestelijke gewaarwording]
- langweilen (v) [geestelijke gewaarwording, to inspire boredom]
- ärgern (n v) [bother or vex; to mortify, ergeren] (sich)
- irritieren (v) [ergeren]
- verärgern (n v) [bother or vex; to mortify, ergeren]
- überdrüssig sein (v) [afschuw]
- zuwider sein (v) [afschuw]
- verdrießen (n v) [bother or vex; to mortify]
NL IT Italiaans 11 vertalingen
- annoiare (v) [geestelijke gewaarwording, to inspire boredom]
- nauseare (v) [afschuw]
- seccare (v) [ergeren]
- irritare (v) [ergeren]
- dare fastidio (v) [ergeren]
- esasperare (v) [ergeren]
- mortificare (n v) [bother or vex; to mortify]
- deludere (n v) [bother or vex; to mortify]
- stancare (v) [afschuw]
- venire a noia (v) [afschuw]
- tediare (v n) [to inspire boredom]
NL PT Portugees 9 vertalingen
- enervar (v) [ergeren]
- enjoar (v) [afschuw]
- aborrecer (v) [ergeren, geestelijke gewaarwording, to inspire boredom]
- irritar-se (n v) [to be vexed; to fret; to be irritated]
- chatear (v n) [to inspire boredom]
- irritar (v) [ergeren]
- apoquentar (v) [ergeren]
- exasperar (v) [ergeren]
- entediar (v n) [to inspire boredom]
NL SV Zweeds 10 vertalingen
NL CS Tsjechisch 3 vertalingen
NL BG Bulgarian 4 vertalingen
NL RU Rus 9 vertalingen
- досажда́ть (n v) [bother or vex; to mortify] (v)
- надоеда́ть (v n) [to inspire boredom] (n v)
- надое́сть (v n) [to inspire boredom] (n v)
- огорча́ть (n v) [bother or vex; to mortify] (adj n v)
- наску́чивать (v n) [to inspire boredom] (v n)
- наску́чить (v n) [to inspire boredom] (v n)
- горячи́ться (n v) [to be vexed; to fret; to be irritated] (n v)
- зли́ться (n v) [to be vexed; to fret; to be irritated] (n v)
- раздража́ться (n v) [to be vexed; to fret; to be irritated] (n v)