EN Engels wooordenboek: equip
equip heeft 51 vertalingen in 9 talen
vertaling van equip
- uitvoeren {n}
- voorzien van (v) [fit out]
- voorbereiden (v) [education]
- prepareren (v) [education]
- klaarmaken (v) [education]
- uitrusten (v) [fit out]
- toerusten (v) [fit out]
- equiperen (v) [fit out]
EN ES Spaans 6 vertalingen
EN IT Italiaans 7 vertalingen
- preparare (v) [education]
- attrezzare (v) [fit out]
- equipaggiare (v) [fit out]
- dotare (v) [fit out]
- fornire (v) [fit out]
- provvedere (v) [fit out]
- corredare
EN PT Portugees 6 vertalingen
EN DE Duits 10 vertalingen
- Einrichtung {f}
- einrichten (v)
- ausrüsten (v) [education, fit out]
- rüsten
- ausstatten (v) [fit out]
- vorbereiten (v) [education]
- bestücken
- staffieren (v)
- ausrüsten, ausstatten; einrichten
- einrichten (ausstatten)
EN SV Zweeds 5 vertalingen
- göra rustad (v) [education]
- förbereda (v) [education]
- utrusta (v) [fit out]
- ekipera (v) [fit out]
- bemanna
Woorden voor en na equip
- equinoctial year
- equinophobia
- equinovalgus
- equinovarus
- equinox
- equinoxch
- equinoxes
- equinumerosity
- equinumerous
- equinumerous sets
- equip
- equip for work
- equip oneself properly to face sth.
- equip sb.
- equip sb. for sth.
- equip sb. to do sth.
- equip sb. to face the new challenges
- equip sth. with sth.
- equip, fit (GB)
- equipage
- equipageh