NL Nederlands wooordenboek: zich vestigen in
zich vestigen in heeft 47 vertalingen in 7 talen
Ga naar Vertalingen
vertaling van zich vestigen in
- move into [huis]
- take possession of [huis]
- settle in [verblijfplaats]
- take up residence in [verblijfplaats]
NL ES Spaans 7 vertalingen
- ocupar (v) [huis]
- vivir en (v) [huis]
- mudarse a (v) [huis]
- tomar posesión de (v) [huis]
- establecer residencia en (v) [verblijfplaats]
- domiciliarse en (v) [verblijfplaats]
- establecerse en (v) [verblijfplaats]
NL FR Frans 13 vertalingen
- s'établir [verblijfplaats]
- occuper [huis]
- habiter [huis]
- résider en [huis]
- aller habiter [huis]
- emménager dans [huis]
- prendre possession de [huis]
- se fixer à [verblijfplaats]
- se fixer en [verblijfplaats]
- s'établir à [verblijfplaats]
- s'établir en [verblijfplaats]
- élire domicile à [verblijfplaats]
- élire domicile en [verblijfplaats]
NL DE Duits 5 vertalingen
- einziehen (v) [huis]
- bewohnen (v) [huis]
- seinen Wohnsitz verlegen nach (v) [verblijfplaats]
- sich niederlassen in (v) [verblijfplaats]
- seinen Wohnsitz nehmen in (v) [verblijfplaats]
NL IT Italiaans 5 vertalingen
- occupare (v) [huis]
- traslocare in (v) [huis]
- prendere possesso di (v) [huis]
- stabilirsi (v) [verblijfplaats]
- fissare il proprio domicilio (v) [verblijfplaats]
NL PT Portugees 8 vertalingen
- ocupar (v) [huis]
- habitar (v) [huis]
- morar (v) [huis]
- viver (v) [huis] {m}
- mudar-se para (v) [huis]
- estabelecer residência em (v) [verblijfplaats]
- mudar para (v) [verblijfplaats]
- ir morar (v) [verblijfplaats]
NL SV Zweeds 5 vertalingen
- bebo (v) [huis]
- bo i (v) [huis]
- flytta in i (v) [huis]
- bosätta sig i (v) [verblijfplaats]
- bosätta sig (v) [verblijfplaats]
Woorden voor en na zich vestigen in
- zich verwijderen
- zich verwonden
- zich verwonderen
- zich verwonderen over
- zich verzamelen
- zich verzekeren
- zich verzetten
- zich verzetten tegen
- zich verzoenen
- zich vestigen als
- zich vestigen in
- zich vijandig opstellen
- zich visualiseren
- zich voeden
- zich voegen naar
- zich voelen
- zich vol zuipen
- zich voltrekken
- zich voor de geest halen
- zich voor de kop slaan
- zich voorbereiden