NL Nederlands wooordenboek: zich opstapelen
zich opstapelen heeft 45 vertalingen in 10 talen
Ga naar Vertalingen
vertaling van zich opstapelen
- pile up [reflexief]
- accumulate [reflexief, to grow in number]
- cumulate [reflexief]
- increase [spanning]
- build up [druk, spanning]
NL ES Spaans 3 vertalingen
- acumular (v) [druk, spanning]
- acumularse (v adj) [to grow in number]
- aumentar (v) [druk, spanning]
NL FR Frans 5 vertalingen
- accumuler (v adj) [to grow in number]
- s'accumuler [druk, spanning]
- augmenter [druk, spanning]
- monter [druk, spanning]
- accroître [druk, spanning]
NL DE Duits 11 vertalingen
- zunehmen (v) [druk, spanning]
- anhäufen
- ansammeln
- ansteigern (v) [spanning]
- steigern (v) [spanning]
- ansteigen (v) [druk]
- sich vermehren (v adj) [to grow in number]
- sich ansammeln (v) [reflexief]
- sich anhäufen (v) [reflexief]
- anhäufen (sich)
- ansammeln (sich)
NL IT Italiaans 4 vertalingen
- accumularsi (v adj) [to grow in number]
- aumentare (v) [druk, spanning]
- accrescere (v) [druk, spanning]
- salire (v) [druk, spanning]
NL PT Portugees 3 vertalingen
- acumular (v adj) [to grow in number]
- aumentar (v) [druk, spanning]
- incrementar (v) [druk, spanning]
NL SV Zweeds 3 vertalingen
- ackumulera (v adj) [to grow in number]
- öka (v) [druk, spanning]
- stiga (v) [druk, spanning]
NL BG Bulgarian 2 vertalingen
- събирам се (v adj) [to grow in number] (v adj)
- увеличавам се (v adj) [to grow in number] (v adj)
NL RU Rus 7 vertalingen
- собира́ться (v adj) [to grow in number] (adv)
- нака́пливаться (v adj) [to grow in number] (v adj)
- копи́ться (v adj) [to grow in number] (v adj)
- накопи́ться (v adj) [to grow in number] (v adj)
- собра́ться (v adj) [to grow in number] (v adj)
- увели́чиваться (v adj) [to grow in number] (v adj)
- увели́читься (v adj) [to grow in number] (v adj)
NL JA Japanse 2 vertalingen
Woorden voor en na zich opstapelen
- zich opeenhopen
- zich opeenstapelen
- zich opfrissen
- zich opgeven
- zich ophangen
- zich ophouden
- zich opkleden
- zich opmaken
- zich opnieuw vestigen
- zich oprichten
- zich opstapelen
- zich opstellen
- zich opstellen achter
- zich opvreten
- zich opwinden
- zich opwinden over
- zich oriënteren
- zich overeten
- zich overgeven
- zich overwerken
- zich permitteren