NL Nederlands wooordenboek: zelfvertrouwen
zelfvertrouwen heeft 54 vertalingen in 13 talen
vertaling van zelfvertrouwen
- aplomb [gedrag]
- self-confidence [gedrag, measure of one's belief in one's own abilities]
- assurance [gedrag]
- poise [gedrag]
- self-esteem (n) [confidence in one's own worth]
NL ES Spaans 6 vertalingen
- aplomo (n) [gedrag] {m}
- sangre fría (n) [gedrag] {f}
- serenidad (n) [gedrag] {f}
- ecuanimidad (n) [gedrag] {f}
- confianza en sí mismo (n) [gedrag] {f}
- autoestima (n) [confidence in one's own worth]
NL FR Frans 5 vertalingen
- assurance [gedrag] {f}
- aplomb [gedrag] {m}
- confiance en soi [gedrag, measure of one's belief in one's own abilities, state of being self-confident] {f}
- amour-propre (n) [confidence in one's own worth]
- estime de soi (n) [confidence in one's own worth] (n)
NL DE Duits 7 vertalingen
- Ausgeglichenheit (n) [gedrag] {f}
- Selbstbewusstsein (n) [gedrag] {n}
- Selbstsicherheit (n) [gedrag] {f}
- Selbstvertrauen (n) [gedrag, measure of one's belief in one's own abilities, state of being self-confident] {n}
- Sicherheitsgefühl (n) [gedrag] {f}
- Selbstachtung (n) [confidence in one's own worth] {f}
- Selbstwertgefühl (n) [confidence in one's own worth] {n}
NL IT Italiaans 7 vertalingen
- aplomb (n) [gedrag] {m}
- sicurezza (n) [gedrag] {f}
- disinvoltura (n) [gedrag] {f}
- padronanza di sé (n) [gedrag] {f}
- fiducia in se stesso (n) [gedrag] {f}
- fiducia in sé (n) [gedrag] {f}
- autostima (n) [confidence in one's own worth] (n)
NL PT Portugees 6 vertalingen
- segurança (n) [gedrag] {f}
- autodomínio (n) [gedrag] {m}
- auto-confiança (n) [gedrag] {f}
- serenidade (n) [gedrag] {f}
- autoconfiança (n) [measure of one's belief in one's own abilities, state of being self-confident] (n)
- autoestima (n) [confidence in one's own worth] (n)
NL SV Zweeds 2 vertalingen
- självförtroende (n) [gedrag] {n}
- självkänsla (n) [confidence in one's own worth] (u)
NL CS Tsjechisch 4 vertalingen
- hrdost (n) [confidence in one's own worth]
- sebevědomí (n) [state of being self-confident]
- sebedůvěra (n) [state of being self-confident]
- sebeůcta (n) [confidence in one's own worth] (n)
NL HU Hongaars 1 vertaling
- önbizalom (n) [measure of one's belief in one's own abilities, state of being self-confident] (n)
NL RU Rus 6 vertalingen
- самоуве́ренность (n) [measure of one's belief in one's own abilities, state of being self-confident] (n)
- самонаде́янность (n) [measure of one's belief in one's own abilities] (n)
- самооце́нка (n) [confidence in one's own worth] (n)
- самоуваже́ние (n) [confidence in one's own worth] (n)
- чу́вство со́бственного досто́инства (n) [confidence in one's own worth] (n)
- самолю́бие (n) [confidence in one's own worth] (n)
NL JA Japanse 3 vertalingen
Woorden voor en na zelfvertrouwen
- zelfstrijkend
- zelftevreden
- zelftevredenheid
- zelfverbranding
- zelfverdediging
- zelfvergoding
- zelfverheerlijking
- zelfverloochening
- zelfvernietigend
- zelfvernietiging
- zelfvertrouwen
- zelfverzaking
- zelfverzekerd
- zelfverzekerdheid
- zelfvoldaan
- zelfvoldaanheid
- zelfvoorziening
- zelfwerkzaam
- zelfzeker
- zelfzucht
- zelfzuchtig