NL Nederlands wooordenboek: voltooien
voltooien heeft 117 vertalingen in 13 talen
vertaling van voltooien
- complete [taak]
- top off [afronden]
- wrap up [afronden]
- wind up [afronden, vergadering]
- conclude [afronden, vergadering]
- finish [baan, taak, vergadering]
- end [vergadering]
- finish off [baan]
- apply the finishing touches to [baan]
- add the finishing touches to [baan]
NL ES Spaans 13 vertalingen
- terminar (v) [baan, taak, to finish, vergadering, afronden]
- concluir (v) [afronden, taak, vergadering]
- rematar (v) [afronden, taak]
- completar (v n) [to accomplish or complete, as an obligation, taak, afronden]
- acabar (v) [vergadering]
- dar por terminado (v) [vergadering]
- llevar a cabo (v) [afronden, taak]
- ejecutar (v) [afronden, taak]
- realizar (v) [afronden, taak]
- agregar los últimos detalles (v) [baan]
- dar los últimos toques (v) [baan]
- cumplir (v n) [to accomplish or complete, as an obligation]
- consumar (adj v) [to bring something to completion]
NL FR Frans 15 vertalingen
- finir [taak, afronden]
- terminer [afronden, taak, to finish, vergadering]
- couronner [afronden, taak]
- conclure [afronden, taak, vergadering]
- achever [afronden, taak, vergadering]
- mettre fin à [vergadering]
- clore [vergadering]
- exécuter [afronden, taak]
- accomplir [afronden, taak, to finish]
- effectuer [afronden, taak]
- réaliser [taak]
- parachever [baan]
- mettre la dernière main à [baan]
- mettre la touche finale à [baan]
- consommer (adj v) [to bring something to completion]
NL DE Duits 15 vertalingen
- beenden (v adj) [to finish, taak]
- enden (v) [vergadering]
- abschließen (v) [taak]
- beendigen (v) [taak]
- vollenden (v) [afronden, taak, to bring something to completion]
- schließen (v) [vergadering]
- abrunden (v) [afronden]
- fertig machen (v) [baan]
- beschließen (v) [afronden]
- erledigen (v) [baan]
- den letzten Schliff geben (v) [baan]
- die letzte Hand anlegen an (v) [baan]
- fertigmachen (v adj) [to finish]
- fertigstellen (v adj) [to finish]
- finishen
NL IT Italiaans 17 vertalingen
- chiudere (v) [vergadering]
- finire (v) [afronden, taak, vergadering]
- terminare (v) [afronden, taak, vergadering]
- completare (v) [afronden, taak, to bring something to completion, to finish]
- coronare (v) [afronden, taak]
- concludere (v) [vergadering]
- portare a conclusione (v) [taak, afronden]
- fare (v) [afronden, taak]
- eseguire (v) [afronden, taak]
- effettuare (v) [afronden, taak]
- adempiere (v) [taak]
- compiere (v) [taak, to finish]
- rifinire (v) [baan]
- dare il tocco finale (v) [baan]
- dare gli ultimi ritocchi a (v) [baan]
- concludersi (v) [vergadering]
- complere (adj v) [to bring something to completion] (adj v)
NL PT Portugees 12 vertalingen
- terminar (v) [baan, taak, to finish, vergadering, afronden]
- acabar (v) [afronden, baan, taak, to finish, vergadering]
- fechar (v) [afronden, vergadering, taak]
- arrematar (v) [afronden, taak]
- rematar (v) [afronden, taak]
- concluir (v) [afronden, vergadering, to finish, taak, baan]
- finalizar (v) [afronden, taak]
- cumprir (v) [afronden, taak, to accomplish or complete, as an obligation]
- executar (v) [afronden, taak]
- realizar (v) [afronden, taak]
- efetuar (v) [afronden, taak]
- dar os toques finais (v) [baan]
NL SV Zweeds 14 vertalingen
- färdig (v adj) [to finish]
- sluta (v) [vergadering]
- avrunda (v) [afronden, taak]
- avsluta (v) [afronden, taak, vergadering]
- fullborda (v) [afronden, baan, taak]
- slutföra (v) [vergadering, to finish, taak, afronden]
- utföra (v) [afronden, taak]
- verkställa (v) [afronden, taak]
- fullgöra (v) [afronden, taak]
- uppfylla (v) [afronden, taak]
- lägga sista handen vid (v) [baan]
- konkludera (v) [vergadering]
- klarera (v n) [to accomplish or complete, as an obligation]
- färdigställa (v adj) [to finish]
NL PL Pools 2 vertalingen
NL BG Bulgarian 3 vertalingen
- завършвам (adj v) [to bring something to completion]
- изпълнявам (v n) [to accomplish or complete, as an obligation] (v)
- довеждам докрай (adj v) [to bring something to completion] (adj v)
NL RU Rus 10 vertalingen
- заверша́ть (adj v) [to bring something to completion, to finish] (v)
- заверши́ть (adj v) [to bring something to completion, to finish] (v)
- осуществля́ть (v n) [to accomplish or complete, as an obligation] (v)
- осуществи́ть (v n) [to accomplish or complete, as an obligation] (v)
- выполня́ть (v n) [to accomplish or complete, as an obligation] (n adj v)
- вы́полнить (v n) [to accomplish or complete, as an obligation] (n adj v)
- выпла́чивать (v n) [to accomplish or complete, as an obligation] (v)
- вы́платить (v n) [to accomplish or complete, as an obligation] (v)
- зака́нчивать (adj v) [to bring something to completion, to finish] (v n adj)
- зако́нчить (adj v) [to bring something to completion, to finish] (v n adj)
NL SL Sloveens 2 vertalingen
- dokončati (v adj) [to finish] (v adj)
- zaključiti (v adj) [to finish] (v adj)
NL JA Japanse 3 vertalingen