NL Nederlands wooordenboek: sterven
sterven heeft 104 vertalingen in 18 talen
vertaling van sterven
NL ES Spaans 4 vertalingen
- muerte (n) [dood] {f}
- fallecimiento (n) [dood] {m}
- fallecer (v) [persoon]
- morir [persoon, to stop living]
NL FR Frans 11 vertalingen
- mort [dood] {f}
- expirer (v n) [to stop living]
- décès [dood] {m}
- périr [persoon]
- s'éteindre [persoon]
- mourir [persoon, to die because of lack of food, to stop living]
- être affamé (v) [to be very hungry]
- crever (v n) [to stop living]
- décéder [persoon]
- trépasser (v n) [to stop living]
- s'affamer (v) [to die because of lack of food] (v)
NL DE Duits 8 vertalingen
- Ableben (n) [dood] {n}
- Absterben (n) [dood] {n}
- Tod (n) [dood] {m}
- sterben (v) [persoon, to stop living]
- versterben (v) [persoon, to stop living]
- verscheiden (v) [persoon]
- umkommen (v n) [to stop living]
- verhungern (v) [to die because of lack of food]
NL IT Italiaans 7 vertalingen
NL PT Portugees 5 vertalingen
- morte (n) [dood] {f}
- falecimento (n) [dood] {m}
- morrer (v) [persoon, to die because of lack of food, to stop living]
- estar (v) [to be very hungry]
- falecer (v) [persoon, to stop living]
NL SV Zweeds 9 vertalingen
- frånfälle (n) [dood] {n}
- dödsfall (n) [dood] {n}
- utsvulten (v) [to be very hungry]
- svälta (v) [to be very hungry, to die because of lack of food]
- gå bort (v) [persoon, to stop living]
- dö (v) [persoon, to be mortified or shocked, to become spiritually dead, to stop living]
- avlida (v) [persoon, to stop living]
- omkomma (v) [persoon]
- svulten (v) [to be very hungry]
NL CS Tsjechisch 2 vertalingen
NL PL Pools 3 vertalingen
NL DA Deens 3 vertalingen
NL BG Bulgarian 6 vertalingen
NL HU Hongaars 4 vertalingen
NL RU Rus 19 vertalingen
- умирать
- голода́ть (v) [to be very hungry, to die because of lack of food] (v)
- умира́ть (v) [to be very hungry, to die because of lack of food, to stop living] (v)
- проголода́ться (v) [to be very hungry] (v)
- изголода́ться (v) [to be very hungry] (v)
- сдо́хнуть (v n) [to stop living] (v)
- сдыха́ть (v n) [to stop living] (n v)
- сконча́ться (v n) [to stop living] (v)
- умере́ть (v n) [to stop living] (v n)
- помира́ть (v n) [to stop living] (v n)
- помере́ть (v n) [to stop living] (v n)
- погиба́ть (v n) [to stop living] (v n)
- поги́бнуть (v n) [to stop living] (v n)
- умереть (vi)
- помирать (pomirát’)
- помереть (pomerét’)
- погибать (vi)
- погибнуть
- сдохнуть (sdóxnut’)
NL SL Sloveens 2 vertalingen
NL JA Japanse 5 vertalingen