NL Nederlands wooordenboek: kalmeren
kalmeren heeft 135 vertalingen in 13 talen
vertaling van kalmeren
- cool down [afkoelen]
- cool off [afkoelen]
- calm down [afkoelen, woede]
- lessen [pijn]
- comfort [pijn]
- ease [pijn]
- conciliate [sussen]
- relieve [pijn]
- assuage [pijn]
- calm [pijn, sussen]
- alleviate [pijn]
- soothe [pijn, ongerustheid]
- pacify [pijn, sussen]
- appease [sussen]
- quiet [sussen]
- quiet down [sussen]
- placate [sussen]
- lull [sussen]
- tranquilize [algemeen]
- tranquillize [algemeen]
- soothe down [woede]
- subside (v) [to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate]
- hush [baby]
- make quiet [baby]
NL ES Spaans 13 vertalingen
- calmarse (v) [afkoelen]
- serenarse (v) [afkoelen]
- aliviar (v) [ongerustheid, pijn, sussen, woede, algemeen]
- calmar (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- aplacar (v) [ongerustheid, woede, sussen, pijn, algemeen]
- mitigar (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- apaciguar (v) [woede, sussen, pijn, algemeen, ongerustheid]
- sosegar (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- aquietar (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- tranquilizar (v) [algemeen, woede, sussen, pijn, ongerustheid]
- reasegurar (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- callar (v) [baby]
- hacer callar (v) [baby]
NL FR Frans 11 vertalingen
- se calmer [afkoelen]
- s'apaiser [afkoelen]
- consoler [ongerustheid, pijn, sussen, woede, algemeen]
- apaiser (adj n v) [to make calm, woede, sussen, pijn, ongerustheid, algemeen]
- calmer [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, to make calm, woede]
- soulager [woede, sussen, ongerustheid, algemeen, pijn]
- alléger [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- adoucir [woede, sussen, pijn, ongerustheid, algemeen]
- tranquilliser [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- rassurer [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- faire taire [baby]
NL DE Duits 11 vertalingen
- abkühlen (v) [afkoelen]
- beruhigen (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, to make calm, woede] (sich)
- sich beruhigen (v) [afkoelen]
- beschwichtigen (v) [sussen, woede, pijn, algemeen]
- besänftigen (v) [pijn, sussen]
- erleichtern (v) [pijn]
- lindern (v) [pijn]
- mildern (v) [pijn]
- zum Schweigen bringen (v) [baby]
- ruhig stellen (adj n v) [to make calm] (adj v)
- beruhigen (sich)
NL IT Italiaans 18 vertalingen
- raffreddarsi (v) [afkoelen]
- calmarsi (v) [afkoelen, to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate]
- placarsi (v) [afkoelen]
- attenuare (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- placare (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- alleviare (v) [woede, sussen, ongerustheid, algemeen, pijn]
- lenire (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- mitigare (v) [pijn, woede, sussen, ongerustheid, algemeen]
- calmare (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- sedare (v) [algemeen, woede, to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate, pijn, ongerustheid, sussen]
- pacificare (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- acquietare (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- rassicurare (v) [pijn, woede, sussen, ongerustheid, algemeen]
- tranquillizzare (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- tranquillare (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- far tacere (v) [baby]
- far stare zitto (v) [baby]
- quietarsi (v) [to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate]
NL PT Portugees 14 vertalingen
- acalmar-se (v) [afkoelen]
- esfriar a cabeça (v) [afkoelen]
- abrandar (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- aliviar (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- aplacar (v) [ongerustheid, woede, sussen, pijn, algemeen]
- contentar (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- acalmar (adj n v) [to make calm, woede, to become calm, sussen, ongerustheid, baby, algemeen, pijn]
- mitigar (v) [woede, sussen, pijn, ongerustheid, algemeen]
- sossegar (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- apaziguar (v) [ongerustheid, woede, sussen, pijn, algemeen]
- aquietar (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- tranqüilizar (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- ficar (adj n v) [to become calm]
- acalentar (v) [baby]
NL SV Zweeds 19 vertalingen
- minska (v) [ongerustheid, pijn, sussen, woede, algemeen]
- avta (v) [to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate]
- lugna ner sig (v) [afkoelen]
- bli lugn (v) [afkoelen]
- dämpa (v) [algemeen, woede, sussen, pijn, ongerustheid]
- lugna (v) [sussen, woede, to make calm, to become calm, pijn, ongerustheid, algemeen]
- stilla (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, to make calm, woede]
- mildra (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- lindra (v) [woede, sussen, ongerustheid, algemeen, pijn]
- lätta (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- döva (v) [pijn, woede, sussen, ongerustheid, algemeen]
- blidka (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- tysta (v) [baby, woede, sussen, ongerustheid, algemeen, pijn]
- inge ny tillförsikt (v) [algemeen, ongerustheid, pijn, sussen, woede]
- lugna ned (v) [algemeen, woede, sussen, pijn, ongerustheid]
- lugna sig (v) [to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate]
- lägga sig (v) [to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate]
- dö bort (v) [to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate]
- hyssja åt (v) [baby]
NL CS Tsjechisch 3 vertalingen
- uklidnit (adj n v) [to become calm, to make calm]
- upokojit se (v) [to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate] (v)
- zklidnit se (v) [to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate] (v)
NL PL Pools 4 vertalingen
- uspokajać (adj n v) [to make calm]
- uspokoić (adj n v) [to make calm] (v)
- uspokoić się (adj n v) [to become calm] (adj n v)
- uspokajać się (adj n v) [to become calm] (adj n v)
NL DA Deens 3 vertalingen
- berolige (adj n v) [to make calm] (adj n v)
- blive stille (adj n v) [to become calm] (adj n v)
- blive rolig (adj n v) [to become calm] (adj n v)
NL BG Bulgarian 4 vertalingen
- успокоявам (adj n v) [to make calm] (adj n v)
- усмирявам (adj n v) [to make calm] (adj n v)
- успокоявам се (adj n v) [to become calm] (adj n v)
- стихвам (adj n v) [to become calm] (adj n v)
NL HU Hongaars 4 vertalingen
- megnyugszik (adj n v) [to become calm] (v)
- megnyugtat (adj n v) [to make calm] (adj n v)
- lecsendesít (adj n v) [to make calm] (adj n v)
- lecsendesül (adj n v) [to become calm] (adj n v)
NL RU Rus 7 vertalingen
- успока́ивать (adj n v) [to make calm] (v)
- успоко́ить (adj n v) [to make calm] (v)
- успока́иваться (adj n v) [to become calm, to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate] (v)
- успоко́иться (v) [to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate] (v)
- унима́ться (v) [to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate] (v)
- уня́ться (v) [to fall into a state of quiet; to cease to rage; to be calmed; to settle down; to become tranquil; to abate] (v)
- успокои́ться (adj n v) [to become calm] (adj n v)