NL Nederlands woordenboek van voortbouwen naar voortmaken
- voortbouwen
- voortbrengen
- voortbrenger
- Voortbrenging
- voortbrengsel
- voortbrengster
- voortdoen
- voortdrijven
- voortdrijving
- voortduren
- voortdurend denken aan
- voortdurend in moeilijkheden
- voortdurend veranderen
- voortdurende verandering
- voortdurende wijziging
- voortduring
- voortduwen
- voorteken
- voortekenen
- Voortekening
- voortellen
- voortgaan
- Voortgaan met
- voortgang
- Voortgang hebben
- Voortgebracht worden
- voortgeven
- voortglijden
- voorthelpen
- voorthollen
- Voortijd
- voortijdig
- voortijdig afbreken
- voortijdig bevallen
- voortijdig beëindigen
- voortijdig geboren
- voortijdige beëindiging
- Voortijdige zaadlozing
- voortijlen
- voortjagen
- voortjakkeren
- voortkabbelen
- voortkankeren
- voortkijken
- voortkomen
- voortkomen uit
- voortkruipen
- voortleven
- voortlopen
- voortmaken