NL Nederlands woordenboek van koninkrijk belgië naar konjugeren
- Koninkrijk België
- Koninkrijk Bhutan
- Koninkrijk Bourgondië
- Koninkrijk Champa
- Koninkrijk Denemarken
- Koninkrijk der Beide Siciliën
- Koninkrijk der Nederlanden
- Koninkrijk Elmet
- Koninkrijk Engeland
- Koninkrijk Etrurië
- Koninkrijk Galicië
- Koninkrijk Groot-Brittannië
- Koninkrijk Hawaï
- Koninkrijk Holland
- Koninkrijk Hongarije
- Koninkrijk Ierland
- Koninkrijk Irak
- Koninkrijk Israël
- Koninkrijk Italië
- Koninkrijk Jeruzalem
- Koninkrijk Joegoslavië
- Koninkrijk Juda
- Koninkrijk Kongo
- Koninkrijk Kroatië en Slavonië
- Koninkrijk León
- Koninkrijk Majorca
- Koninkrijk Mali
- Koninkrijk Montenegro
- Koninkrijk Napels
- Koninkrijk Navarra
- Koninkrijk Pattani
- Koninkrijk Polen
- Koninkrijk Roemenië
- Koninkrijk Ryukyu
- Koninkrijk Saksen
- Koninkrijk Sardinië
- Koninkrijk Schotland
- Koninkrijk Servië
- Koninkrijk Sicilië
- Koninkrijk Spanje
- Koninkrijk Sukhothai
- Koninkrijk Talossa
- Koninkrijk Valencia
- Koninkrijk van Aksum
- Koninkrijk van God
- Koninkrijk Westfalen
- Koniusza
- Konjak
- Konjic
- konjugeren