NL Nederlands woordenboek van brudzeń duży naar bruin maken
- Brudzeń Duży
- Brueghel
- brug
- Brug der Zuchten
- brug met gelijke leggers
- Brug over de rivier de Kwai
- Brug van Can Tho
- Brug van Millau
- Brug van Trajanus
- Brug van Wheatstone
- Bruges
- Bruges-Capbis-Mifaget
- Bruges-la-Morte
- Brugg
- Brugge
- bruggehoofd
- Bruggelijkrichter
- Bruggeling
- Bruggenhoofd
- Bruggetje
- Brughagedis van North Brother Island
- Brughoektumor
- Brugmansia
- brugpensioen
- Brugpijler
- Brugs
- brugschip
- Brugse
- Brugse Metten
- bruid
- Bruid van de Zee
- bruidegom
- bruids-
- bruidsjonker
- bruidsmeisje
- Bruidspaar
- bruidsschat
- bruidssluier
- bruidstaart
- bruikbaar
- bruikbaar blijven
- bruikbaarheid
- bruikleen
- bruiloft
- bruiloftsfeest
- Bruiloftsplechtigheid
- bruiloftstaart
- Bruin blauwtje
- Bruin dikkopje
- Bruin maken