NL Nederlands woordenboek van apparaat naar appenweier
- apparaat
- Apparaat om iets op te blazen
- apparatsjik
- apparatuur
- apparenteren
- appartement
- appartementje
- Appeasementpolitiek
- appel
- Appel de Wilde
- appelaar
- appelant
- appelante
- appelbeignet
- Appelbergen
- appelblauwzeegroen
- appelblauwzeegroene
- appelboom
- appelboor
- appelbrandewijn
- appeldeler
- appelflap
- appelflauwte
- appelgroen
- Appellant
- appellatoir
- Appelle
- appelleren
- appelmoes
- Appeln
- Appelrussula
- Appels
- appelsap
- appelsien
- appelsienenboom
- appelsiensap
- Appelstroop
- appeltaart
- Appeltak
- appelvink
- appelwijn
- Appelzuur
- Appen
- Appenai-sous-Bellême
- Appenans
- Appendectomie
- appendicitis
- appendix
- Appenheim
- Appenweier