NL Nederlands wooordenboek: iemand
iemand heeft 49 vertalingen in 18 talen
Ga naar Vertalingen
vertaling van iemand
- anyone [onbepaald vnw. - negatieve zinnen, onbepaald vnw. - vragende zinnen]
- anybody [onbepaald vnw. - negatieve zinnen, onbepaald vnw. - vragende zinnen]
- somebody [onbepaald voornaamwoord - m., some unspecified person]
- someone [onbepaald voornaamwoord - m., some person]
- give somebody the cold shoulder (v) [to snub] (v)
NL ES Spaans 3 vertalingen
NL FR Frans 2 vertalingen
NL DE Duits 5 vertalingen
- einer (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen, onbepaald vnw. - vragende zinnen]
- irgendeiner (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen, onbepaald vnw. - vragende zinnen]
- irgendjemand (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen, onbepaald vnw. - vragende zinnen]
- jemand (n) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen, onbepaald vnw. - vragende zinnen, onbepaald voornaamwoord - m., some person, some unspecified person]
- jemandem (v) [to snub] (v)
NL IT Italiaans 2 vertalingen
NL PT Portugees 2 vertalingen
NL SV Zweeds 1 vertaling
- någon (o) [onbepaald vnw. - negatieve zinnen, onbepaald vnw. - vragende zinnen, onbepaald voornaamwoord - m., some person, some unspecified person]
NL CS Tsjechisch 2 vertalingen
NL DA Deens 2 vertalingen
NL RU Rus 10 vertalingen
- кто-то
- кто́-то (pronoun n) [some person, some unspecified person] (pronoun n)
- не́кто (pronoun n) [some person, some unspecified person] (pronoun n)
- ко́е-кто́ (pronoun n) [some unspecified person] (pronoun n)
- кто-нибу́дь (pronoun n) [some person] (pronoun n)
- кто-ли́бо (pronoun n) [some person] (pronoun n)
- оказа́ть холо́дный приём (v) [to snub] (v)
- кто-нибудь (pron indef)
- некто (nékto)
- кто-либо (pron indef)
NL JA Japanse 4 vertalingen
NL VI Vietnamese 2 vertalingen
- một người nào đó (pronoun n) [some unspecified person] (pronoun n)
- có người (pronoun n) [some unspecified person] (pronoun n)
Woorden voor en na iemand
- iedere
- iedere ...
- iedere keer
- iedere keer weer
- iedereen
- iedereen wordt geacht de wet te kennen
- ieders
- iegelijk
- iejoor
- iel
- iemand
- iemand aan zijn belofte houden
- iemand aankijken tot hij de ogen neerslaat
- iemand aankleden
- iemand achtervolgen
- iemand afzetten
- iemand alles meezitten
- iemand angst aanjagen
- iemand au sérieux nemen
- iemand bang maken
- iemand beletten te