NL Nederlands wooordenboek: aangrenzend
aangrenzend heeft 67 vertalingen in 12 talen
vertaling van aangrenzend
- contiguous [aardrijkskunde, adjacent, neighboring]
- bordering [gebied]
- edging [gebied]
- annexed [gebouw]
- adjoining [aanpalend, gebouw]
- attached [gebouw]
- adjacent [aanpalend] (formal)
- neighboring [aanpalend]
- next to [aanpalend]
- next-door [algemeen]
- neighbouring
NL ES Spaans 8 vertalingen
- anexo (a) [gebied, gebouw, aanpalend] {m}
- contiguo (a) [aanpalend, adjacent, neighboring, gebied, gebouw, lying next to, close, or contiguous; neighboring]
- vecino (a) [aanpalend, adjacent, neighboring, gebied, gebouw] {m}
- adyacente (adj) [adjacent, neighboring, lying next to, close, or contiguous; neighboring, gebouw, gebied, aanpalend]
- cercano (a) [aanpalend, adjacent, neighboring, gebied, gebouw]
- inmediato (a) [aanpalend, gebied, gebouw]
- de al lado (o) [algemeen]
- colindante (adj n prep) [lying next to, close, or contiguous; neighboring]
NL FR Frans 6 vertalingen
- annexe [gebied, gebouw, aanpalend] {f}
- contigu [aanpalend, aardrijkskunde, adjacent, neighboring, gebied, gebouw]
- voisin [gebied, gebouw, adjacent, neighboring, aanpalend] {m}
- attenant [aanpalend, gebied, gebouw]
- adjacent [aanpalend, adjacent, neighboring, gebied, gebouw, lying next to, close, or contiguous; neighboring]
- d'à côté [algemeen]
NL DE Duits 8 vertalingen
- nahe (adj) [adjacent, neighboring]
- aneinander grenzend (a) [aardrijkskunde]
- benachbart (a) [aanpalend, adjacent, neighboring, algemeen, lying next to, close, or contiguous; neighboring]
- angrenzend (a) [aanpalend, adjacent, neighboring, gebied, gebouw]
- anliegend (a) [aanpalend, gebied, lying next to, close, or contiguous; neighboring]
- Annex- (a) [gebouw]
- Nachbar- (o) [algemeen]
- daneben (adj n prep) [lying next to, close, or contiguous; neighboring]
NL IT Italiaans 8 vertalingen
- annesso (a) [gebied, gebouw, aanpalend] {m}
- confinante (a) [aanpalend, aardrijkskunde, gebied, gebouw]
- vicino (a) [aanpalend, gebied, gebouw] {m}
- limitrofo (a) [gebouw, gebied, aanpalend]
- attiguo (a) [aanpalend, gebied, gebouw]
- adiacente (a) [aanpalend, gebied, gebouw, lying next to, close, or contiguous; neighboring]
- contiguo (a) [aanpalend, adjacent, neighboring, gebied, gebouw]
- accanto (o) [algemeen]
NL PT Portugees 6 vertalingen
- anexo (a) [gebied, gebouw, aanpalend] {m}
- próximo (a) [aanpalend, gebied, gebouw] {m}
- vizinho (a) [gebouw, gebied, aardrijkskunde, aanpalend] {m}
- contíguo (a) [aanpalend, adjacent, neighboring, gebied, gebouw]
- adjacente (a) [aanpalend, gebied, gebouw, lying next to, close, or contiguous; neighboring]
- ao lado (o) [algemeen]
NL SV Zweeds 8 vertalingen
- bredvid (o) [algemeen, gebied, gebouw, aanpalend]
- angränsande (a) [aanpalend, aardrijkskunde, gebied, gebouw]
- närliggande (a) [gebouw, gebied, adjacent, neighboring, aanpalend]
- tillhörande (a) [aanpalend, gebied, gebouw]
- närgränsande (a) [aanpalend, gebied, gebouw]
- vidstående (a) [aanpalend, gebied, gebouw]
- intill (o) [algemeen]
- intilliggande (adj n prep) [lying next to, close, or contiguous; neighboring]
NL CS Tsjechisch 1 vertaling
- přilehlý (adj n prep) [lying next to, close, or contiguous; neighboring]
NL PL Pools 2 vertalingen
- przyległy (adj n prep) [lying next to, close, or contiguous; neighboring]
- przylegający (adj n prep) [lying next to, close, or contiguous; neighboring]
NL BG Bulgarian 3 vertalingen
- близък (adj n prep) [lying next to, close, or contiguous; neighboring] (blízǎk)
- съседен (adj) [adjacent, neighboring, lying next to, close, or contiguous; neighboring] (adj n prep)
- допиращ се (adj n prep) [lying next to, close, or contiguous; neighboring] (adj n prep)
NL HU Hongaars 2 vertalingen
- szomszédos (adj) [adjacent, neighboring, lying next to, close, or contiguous; neighboring] (adj n prep)
- melletti (adj) [adjacent, neighboring] (adj)
NL RU Rus 4 vertalingen
- сосе́дний (adj) [adjacent, neighboring, lying next to, close, or contiguous; neighboring] (adj n prep)
- прилега́ющий (adj) [adjacent, neighboring, lying next to, close, or contiguous; neighboring] (adj n prep)
- примыка́ющий (adj n prep) [lying next to, close, or contiguous; neighboring] (adj n prep)
- близлежа́щий (adj) [adjacent, neighboring] (adj)